ACADEMIEBIBLIOTHEEK >  1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Schenkingen en legaten

Bij gebrek aan vaste budgetten waren schenkingen door particulieren in de vroegmoderne periode voor bibliotheken buitengewoon belangrijk om de collectie uit te breiden. Om weldoeners te bedanken en om anderen aan te sporen hun voorbeeld te volgen, werden de namen van schenkers vermeld in de bibliotheekcatalogus en ook werd in de boeken zelf een toepasselijke aantekening gemaakt. Veelzeggend is dat in het bibliotheekreglement van 1668 staat vermeld dat de professoren en vooral de bibliothecaris zich moesten inspannen hooggeplaatste personen aan te sporen tot vrijgevigheid op het gebied van boekaankoop.
Verder moest de Academiedrukker – een functie die bij de stichting van de bibliotheek in 1615 was gecreëerd – van ieder boek dat door hem was gedrukt een exemplaar aan de bibliotheek afstaan. Zo schonk Hans Sas, de eerste academiedrukker, in 1621 een exemplaar van Ubbo Emmius' Chronologicum Novum.
Nieuwe hoogleraren dienden de bibliotheek ten minste één boek te schenken, en ook van hun eigen werken werd een exemplaar verwacht. Ze waren bovendien verplicht de bibliotheek minstens één boek na te laten. Werd hun collectie geveild, dan kwam een deel van de opbrengst de bibliotheek ten goede.

De schenkers zijn vaak hooggeplaatste personen, op een of andere manier verbonden met de nieuwe universiteit. Over de keuze van de geschonken boeken zal ongetwijfeld overleg geweest zijn met de professoren of de bibliothecaris.
De eerste schenking aan de Groningse Academiebibliotheek is gedateerd 18 augustus 1615, toen Abel Coenders een Atlas van Mercator schonk (Amsterdam 1606). Helaas is dit boek niet meer in bezit van de bibliotheek. Op 6 maart 1619 schonk Joachim Alting acht boeken, waaronder een exemplaar van de werken van Wessel Gansfort dat speciaal was uitgegeven ter gelegenheid van de stichting van de Academie in 1614. In hetzelfde jaar overhandigde de bezorger hiervan, Petrus Pappus von Tratzberg, twee delen met werken van Zwingli.
Rudolfus Wicheringe, die bij de beroemde Deense astronoom Tycho Brahe had gestudeerd, schonk in 1620 twintig boeken, waaronder een handschrift met het commentaar op de Institutiones van de hand van Mello Brunsema, die van 1596-1601 in de rechtsgeleerdheid had onderwezen.
Arnoldus Justus graaf van Bentheim schonk in mei 1620 zeven boeken, waaronder vijf delen Pantheologia van Raynerus Pisanus in handschrift.
Edzardus Jacobus Clant, curator van de Academie, schonk 22 januari 1622 negen titels. Een maand later overleed zijn echtgenote Susanna van Evsum. Uit haar bibliotheek werd een bijbel in het Duits aan de bibliotheek geschonken. Dit is de enig bekende schenking uit een nalatenschap van een vrouw.